Show, don’t tell

‘Show, don’t tell’ is een techniek die schrijvers gebruiken om lezers direct in de gebeurtenissen van het verhaal te trekken. In plaats van simpelweg te vertellen wat er gebeurt of wat een personage voelt, laat je de lezer deze dingen zelf ontdekken door middel van beschrijvingen, acties, dialogen en zintuiglijke details. Het doel is om de lezer een ervaring te geven die ze zelf kunnen interpreteren en voelen, in plaats van het hen voor te kauwen.

 

Waarom is ‘Show, don’t tell’ belangrijk?

Betere betrokkenheid 

Door te laten zien in plaats van te vertellen, betrek je de lezer meer bij het verhaal. Ze voelen zich onderdeel van de gebeurtenissen en leven meer mee met de personages.

Diepere emoties

Het oproepen van emoties door acties en beschrijvingen in plaats van uitleg, maakt de ervaring intenser en authentieker voor de lezer.

Levendiger proza

Beschrijvende en actiegerichte teksten maken je verhaal levendiger en dynamischer, waardoor het aantrekkelijker wordt om te lezen.

 

Hoe pas je ‘Show, don’t tell’ toe?

Hier zijn enkele tips en voorbeelden om deze techniek in je eigen verhaal toe te passen:

    Gebruik zintuiglijke details:
    • Vertel niet: ‘Het was koud.’
    • Laat zien: ‘Ze trok haar jas strak om zich heen en haar adem werd zichtbaar in de ijzige lucht.’

    Toon emoties door acties:

    • Vertel niet: ‘Hij was boos.’
    • Laat zien: ‘Hij balde zijn vuisten, zijn gezicht werd rood en hij smeet de deur met een klap dicht.’

    Beschrijf lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen:

    • Vertel niet: ‘Ze was nerveus.’
    • Laat zien: ‘Ze friemelde aan de rand van haar trui, haar ogen flitsten rusteloos door de kamer en ze beet op haar lip.’

    Gebruik dialoog:

    • Vertel niet: ‘Ze waren het er niet mee eens.’
    • Laat zien: “‘Dat kan je niet menen!’ riep ze uit. ‘Dit is belachelijk!’ antwoordde hij, zijn ogen fonkelden van woede.’

    Creëer een sfeer:

    • Vertel niet: ‘De kamer was eng.’
    • Laat zien: ‘De muren van de kamer waren bedekt met schaduwen, de vloer kraakte bij elke stap en een kilte hing in de lucht alsof de tijd zelf had stilgestaan.’

    Oefening: Probeer het zelf!

    Neem een stukje tekst uit je huidige werk of schrijf een nieuwe scène. Identificeer waar je ‘vertelt’ en herschrijf het om te ‘laten zien’. Vergelijk de twee versies en merk het verschil in hoe de scène aanvoelt.

    We hopen dat deze tips je helpen om je schrijfstijl te verfijnen en je verhalen nog meeslepender te maken.

     

    Meer hulp nodig?

    Kun je nog wat meer hulp gebruiken bij het ontwikkelen van jouw schrijfstijl? Schrijf je dan nu in voor onze opleiding Schrijf je eigen boek. 

    Opleiding Schrijf je eigen boek

    Schrijf je in voor de nieuwsbrief

    Het laatste nieuws van Leessst maximaal twee keer per maand in je inbox?